Vroeger moesten mensen insuline injecteren met grote injectiespuiten die ze zelf moesten uitkoken. Tegenwoordig maken fabrikanten nog steeds nieuwe insulinepen-modellen en nog dunnere naaldjes. De meeste mensen met diabetes maken gebruik van pentherapie.
Een insulinepen bestaat uit een insulinepatroon en een doseringsapparaat. Voor basaalinsuline (langwerkend) en bolusinsuline (kortwerkend) worden twee verschillende soorten pennen gebruikt.
De insuline wordt in de buik, de dijbenen of de billen geïnjecteerd. De pennaalden zijn heel dun, dus de injectie is nauwelijks merkbaar. Voor wie toch moeite heeft met de injecties, of last krijgt van spuitplekken kan een i-Port uitkomst bieden. Daarmee kun je gedurende drie dagen jezelf injecties toedienen zonder dat je steeds in je huid hoeft te prikken.