Tussen alle berichten over het coronavirus door gebeuren er ook nog hele leuke dingen. Zo zijn we apetrots op onze stagiaire Joanne, die vorige week Nederlands Kampioen judo in de klasse tot 63 kg is geworden! Zo zie je maar weer dat alles kan als je diabetes hebt.

“De dag verliep niet heel soepel. Vanwege een nieuw voedingsschema was het weer een beetje zoeken omtrent de diabetes. Ook door de wedstrijdspanning waren de waardes een beetje aan het schommelen.

De wedstrijd begint eigenlijk al op de vrijdag. Dan is de weging en mogen we geen gram méér dan 63 kg wegen. Meestal als ik heb gewogen heb, eet ik daarna een bord pasta en zorg ik dat mijn koolhydraten weer worden aangevuld. Na dit avondeten spuit ik mijn normale ratio. Voordat ik naar bed ga verlaag ik mijn langwerkende insuline met 2 eenheden. Dit doe ik omdat ik het lastig vind om tijdens wedstrijden veel te eten. Als ik mijn langwerkende insuline met 2 eenheden verlaag heb ik minder eten nodig om mijn waardes goed te houden. 

De volgende dag, de dag van de wedstrijd, begon ik met een bakje kwark en een broodje. Bij deze maaltijd begin ik al met mijn insuline te verlagen. Omdat ik pas in de middag hoefde te judoën heb ik bij mijn ontbijt mijn kortwerkende insuline met 1 eenheid verlaagd. Bij de lunch heb ik 2 broodjes gegeten, daarvoor heb ik de helft kortwerkende insuline gespoten. 
Vervolgens begon de wedstrijd.

Ik merkte eigenlijk al meteen na de warming-up dat ik een beetje hoog zat in mijn bloedsuikers. Dit komt mogelijk doordat ik een nieuw voedingsschema heb, waarbij ik gedurende de dag veel minder insuline hoef te gebruiken. Ik heb dus na de warming up al meteen een beetje insuline gespoten, niet te veel want dan zak ik te ver in mijn bloedsuiker. Mijn eerste partij was een redelijk korte partij. Daardoor zat ik weer wat hoog in mijn suikers. Dit heb ik opnieuw weg gespoten. Maar omdat ik merkte dat hetgeen ik gespoten had na de warming-up niet veel resultaat opleverde, heb ik er dit keer voor gekozen om net wat meer insuline te spuiten dan dat ik na de warming-up deed. 

Mijn tweede partij was nog sneller beslist. Daardoor zat ik ook weer na mijn twee partij een beetje aan de hoge kant. Opnieuw moest ik dit wegspuiten. Ik had wel gemerkt dat ik wat was gezakt na de eerste partij, dus heb ik ervoor gekozen om net zoveel te spuiten als dat ik na mijn eerste partij had gedaan. Dit was een goede beslissing. Want na mijn derde partij merkte ik dat ik weer mijn normale wedstrijd waardes had. Dan restte er nog een partij, de finale. Ik voelde me goed en mijn waardes waren ook goed, dit resulteerde in een winstpartij. Die winstpartij betekende dat ik opnieuw Nederlands kampioen werd!

Ondanks dat het deze dag vooral zoeken was naar wat voor mij werkte, lukte het toch om de finale te bereiken en deze te winnen!"